heet men een door Javanen in Suriname gebracht spel, waarvoor noodig zijn: een matje, verdeeld in vakken, waarop oogen of cijfers, zoomede ‘groote kans’ en ‘kleine kans’; een zeskantige tol, met dezelfde oogen of cijfers; een bord, waarop deze draaien kan; een kom om den tol gedurende het draaien te bedekken; twee of meer spelers. De gang van het spel is zeer eenvoudig: inzetten, tollen, kijken hoeveel oogen de tol, tot rust gekomen aanwijst, afrekenen, soms politie, omdat de Javanen, hartstochtelijke spelers, anders alles verdobbelen.
De naam is afkomstig van het Portug. dado, dobbelstein; Jav. adadoe, main dadoe; Mal. bermain dadoe. Bij uitbreiding heeten in den O.-I. Archipel ook andere dobbelspelen, waarbij geen dobbelsteenen of als dobbelsteenen gemerkte tollen te pas komen, main dadoe.