is de oude, klassieke taal der Hindoe’s in Voor-Indië. Reeds voor meer dan tweeduizend jaar werd het niet meer doos het volk gesproken, maar alleen nog door geleerden en door de Brahmanen bij godsdienstige plechtigheden.
In dit opzicht is het vergelijkbaar met het Latijn, dat eveneens een z.g. „dode” taal is. De oude Indische wetboeken, wijsgerige, godsdienstige en letterkundige werken, zijn grotendeels in het Sanskrit geschreven, dat voor de vergelijkende taalstudie onmisbaar is.