Israël Querido werd in 1874 te Amsterdam geboren en voor het diamantvak opgeleid. Terwijl hij overdag zich echter aan zijn gewonen arbeid wijdde, studeerde hij ’s avonds wijsbegeerte, talen en literatuur.
In 1894 gaf hij onder den schuilnaam Theo Reeder een bundel verzen uit, zonder veel succes.Querido had inmiddels de diamantkloverij vaarwel gezegd. Hij ging al spoedig in de journalistiek, werd redacteur van het dagblad „de Amsterdammer" en schreef hier en daar letterkundige kritieken.
In 1901 voltooide hij „Levensgang”, een roman uit de diamantbewerkerswereld, die zijn naam als schrijver dadelijk vestigde.
Zijn volgende boeken zijn „Mensenwee”, en zijn romans „Zegepraal” en „Kunstenaarsleven”.
De beide romans „De Jordaan”, die respectievelijk in 1912 en 1914 werden voltooid, hadden zeker in brede kringen succes. Hij had, als Oom les, een tijdlang in de Jordaan gewoond voor de voorstudies.
Behalve de bovengenoemde werken schreef Querido nog talrijke studiën en enkele romans. Zijn groots opgezet werk „Koningen” (1911 en 1920) vond eveneens veel lezers. Querido stierf in 1932.
Voor wie iets van Querido gelezen heeft, kan zijn werk van dat van anderen onderscheiden worden door de dramatische en felle bewogenheid van zijn taal, die soms wel eens wat overladen is, doch dan toch een groot beeldend vermogen heeft.
