Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Oceanographie

betekenis & definitie

Onder oceanographie verstaat men de studie van de zeeën: naar haar vorm, zowel op den bodem als aan de oppervlakte; naar haar inhoud (vissoorten, planten, zoutgehalte), en de studie van de warmteverdeling in de zeeën, de zeestromingen, eb en vloed, enz.

Eerst tegen het einde van de 18de eeuw zijn enkele zeevaarders met het doen van waarnemingen begonnen. Zo heeft Cook tussen 1772 en 1775 de temperaturen op verschillende diepten in verschillende zeeën opgenomen. Het onderzoek van de zee op grote diepten begint stellig eerst, als men geleerd heeft deze diepten op betrouwbare wijze te meten. Den Amerikaansen zeeofficier Brooke komt de eer toe in 1854 het eerste goede peillood voor grote diepten te hebben geconstrueerd. Juist in dien tijd begon men met het leggen van telegraafkabels, waarvoor een goede kennis van den zeebodem noodzakelijk was.

Tussen 1850 en 1860 deed de Amerikaanse zeeofficier Maury veel goed werk op dit gebied.

Ook de andere zeevarende landen werkten mee. Vooral het leven der dieren in de Oceanen trok steeds meer belangstelling.

Zo kregen wij tussen 1872 en 1876 de expeditie van de Engelse „Challenger” en de Duitse „Gazelle”, terwijl tussen 1870 en 1890 twee Amerikaanse vaartuigen geregeld op onderzoek uitvoeren.

Ook ons land liet zich niet onbetuigd. Denk maar aan de „Siboga”-expeditie en de „Snellius”-expeditie in ons Indië en vooral aan de vele zeereizen van Prof. Dr. F. A. Vening Meinesz aan boord van onderzeeboten voor de zwaartekrachtmetingen (zie ook: Onderzeeboot).