Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Maetsuycker

betekenis & definitie

Johan (1606—1678). Met Speelman en van Goens is Maetsuycker een der grondleggers van het Nederlandse gezag in ons Indië geweest.

Had Coen vooral de handelsbetrekkingen uitgebreid en versterkt, Maetsuycker heeft tijdens zijn langdurig Gouverneur-Generaalschap (1653—1678) de gebieden uitgebreid, waarover het gezag der Verenigde Oost-Indische Compagnie zich uitstrekte. Dikwijls ging hij noodgedwongen tot veroveringen over, alleen om te beletten, dat Engeland of Portugal ons voor zouden zijn; immers in den grond was de V.O.I.C. een handelscompagnie en geen op veroveringen belust lichaam.

In deze jaren werd haar gebied in Voor-Indië, op Ceylon, in Malakka, op Celebes en vooral op Java belangrijk uitgebreid.

Hierdoor bezat de V.O.I.C. practisch den alleenhandel van alle specerijen, terwijl door de factorijen op Decima en Formosa de handel in Japanse en Chinese goederen eveneens voor haar openstond.

Voorts heeft Maetsuycker veel talent getoond op het gebied der wetgeving; hij heeft een Indisch wetboek samengesteld, dat langer bestaan heeft dan de Compagnie zelve.

Als beschaafd en bekwaam bewindvoerder heeft Maetsuycker de macht van de Compagnie op schitterende wijze gehandhaafd, bevestigd en vergroot, al heeft hij dikwijls niet kunnen beletten, dat lagere dienaren der Compagnie zijn bevelen en inzichten niet opvolgden en daardoor kwaad stichtten.