Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Laagvlakte

betekenis & definitie

is een aardrijkskundig begrip; men verstaat eronder een gebied, dat niet of slechts weinig boven de oppervlakte van de zee gelegen is en weinig of geen verheffingen van den bodem vertoont.

Een laagvlakte kan zowel uit diluvium (zand en grind) als uit alluvium (klei en veen) bestaan. Daar het water der bergen door het laagland naar zee stroomt, spreekt het vanzelf, dat de laagvlakten in den regel door rivieren doorsneden zijn en dat daar, waar'de rivieren delta’s vormen, klei-afzetting plaats heeft. Dicht bij de zee, in de stilstaande plassen en poelen, wordt het laagveen gevormd.
In de laagvlakte vinden wij dus op de wat hoger gelegen zandgronden soms heide en bossen, verder bestaat zij veelal uit vruchtbare kleigronden, waarop allerlei gewassen geteeld kunnen worden. Hier vinden wij ook voornamelijk de steden, middelpunten van handel en nijverheid, want de mens heeft zich steeds bij voorkeur daar gevestigd, waar de bodem het meeste opleverde en het verkeer de minste hindernis ondervond.
Ons land ligt bijv. in de grote laagvlakte, die zich van de Pyreneeën, langs de zeekust van Frankrijk en België, over Noord-Duitsland en verder bijna over geheel Europees Rusland uitstrekt. Onderbroken door het Oeral-gebergte gaat deze laagvlakte door over het Noordelijke deel van Siberië, steeds smaller toelopend naar het Noord-Oosten.
Andere zeer grote laagvlakten vinden wij in China (Yang-tse-Kiang), in Voor-Indië (de Ganges-vlakte), langs den Indus, in het smalle dal van den Nijl, langs de Hudsonbaai, aan de Golf van Mexico (Mississippi), in het zeer uitgestrekte gebied der Amazone-rivier enz.
Laagvlakten worden, zoals uit bovenstaande blijkt, gewoonlijk genoemd naar de voornaamste rivier, die er door stroomt.