Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Kerkelijke goederen

betekenis & definitie

Dit zijn de goederen, die het eigendom zijn van de Rooms-Katholieke en Protestantse kerken en die door deze kerken worden beheerd.

Het zal je misschien op ’t eerste gezicht vreemd lijken, dat een kerk een vermogen kan bezitten. Je moet echter bedenken, dat de kerk, zoals die zich in den loop der eeuwen heeft ontwikkeld, een instelling of organisatie is, die grote kosten maakt en onderhouden moet worden. Zolang de Christelijke kerk door de wereldlijke machthebbers niet officieel werd erkend, kon er voor de kerk geen sprake zijn van het bezitten van vermogen, maar reeds heel vroeg werd aan de kerk uitdrukkelijk machtiging verleend tot het bezitten van goederen. Doch eerst sedert 381, toen de Christelijke godsdienst door Theodosius I tot staatsgodsdienst werd verheven, kwamen de kerk, de kloosters en andere kerkelijke instellingen door schenkingen in het bezit van, soms grote, vermogens.
In de tegenwoordige samenleving hebben de kerkbesturen in de verschillende plaatsen de beschikking over de kerkgebouwen, soms met bijbehorende scholen, de kerkhoven en de (vaak zeer kostbare) voorwerpen ten behoeve van den eredienst. Dan komen daarbij de goederen, die de kerk nodig heeft, om deze bezittingen in stand te houden, uit te breiden en te vernieuwen, de leraren te betalen, de armen te onderhouden enz. Deze inkomsten zijn voor een groot deel verkregen door legaten, schenkingen in geld, vaste toelagen, rentedragende onroerende goederen, enz. De kerken van beide richtingen, de Protestantse en de Rooms-Katholieke, hebben aldus samengestelde vermogens.