De bekende Franse generaal Césaire Joseph Jacques Joffre (1852—1931) was in 1914 chef van den Fransen Generalen Staf en werd bij het uitbreken van den oorlog opperbevelhebber. Hij had toen een eervolle militaire loopbaan achter zich en had zowel in de Aziatische als in de Afrikaanse bezittingen, zijn vaderland belangrijke diensten bewezen.
In de eerste weken van den groten oorlog vermeed hij beslissende veldslagen op de grenzen met de oprukkende Duitse legers, doch paste hij een tactiek van terugwijken en afwachten toe. Deze tactiek, hoewel in die dagen fel gecritiseerd, werd later met succes bekroond.
Zij leidde tot de bekende situatie aan de Marne (zie: Marne), waar de Franse bevelvoering de geboden kans gebruikte en den Duitsen opmars tot staan wist te brengen. In 1916 werd Joffre na herhaalde meningsverschillen met de regering eervol van het opperbevel ontheven, benoemd tot voorzitter van den geallieerden krijgsraad en tot maarschalk van Frankrijk.
In den loop der volgende jaren tot 1920 werd hij belast met gewichtige buitenlandse zendingen, o.m. naar de Verenigde Staten en naar Roemenië.
