een Nederlands dichter en prozaïst, leefde van 1806—1880. Hij verwierf den graad van doctor in de theologie en was achtereenvolgens predikant te Eemnes-Binnen, Vlaardingen, Arnhem, Leiden en Amsterdam.
Hij schreef vele verhandelingen op christelijk gebied, doch is het meest bekend geworden door zijn gedichten, waarvan wij noemen het veel gereciteerde „Huibert en Klaartje”, „Elegie aan een spelend kind”, „Abd-el-Kader”, en „Eliza’s vlucht”. In 1854 werd hij hoogleraar in de kerkgeschiedenis aan de Utrechtse hogeschool.