Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Gieten

betekenis & definitie

Wie het bekende gedicht van Schiller „Das Lied von der Glocke” gelezen heeft, zal zich allicht een enigszins vage voorstelling van het klokkengieten kunnen maken. Natuurlijk een zeer oppervlakkige voorstelling, want het doel van een dichter is de gevoelens en gemoedsbewegingen van den mens te bezingen en niet in de eerste plaats, om een nauwkeurige beschrijving te geven van de een of andere werkwijze.

Wij gaan dus nu beschrijven, hoe het in een gieterij toegaat, hoe een klok gegoten wordt, een standbeeld, of ander werkstuk.
Dat gieten is een bizonder secuur werkje. Ten eerste heeft men natuurlijk geruimen tijd nodig gehad, om door langdurige proefnemingen de juiste menging van verschillende metalen te vinden, die voor het gieten het meest geschikt is, zodat men sterke, degelijke en goed afgewerkte voorwerpen verkrijgt. Het gieten van brons is een zeer oude kunst. In den tijd van Salomo stond de metaalgieterij al op tamelijk hogen trap van ontwikkeling; van de Phoeniciërs is bekend, dat zij veel handel dreven in kleine, gegoten voorwerpen, als bijlen, lansspitsen, pijlpunten, enz.
Ook de Grieken beoefenden de gietkunst en leerden deze weer aan de Romeinen. Na de 8ste eeuw kwam zij in verval: er werden daarna nog slechts klokken gegoten. Dit bleef zo tot’ de 14e eeuw, toen na de uitvinding van het buskruit deze kunst weer tot bloei kwam door het gieten van kanonnen, die uit brons werden gemaakt.
De kunst om staal te gieten is niet zo heel oud. In het midden der 18e eeuw pas is men begonnen met het gieten van stalen voorwerpen en het is de kanonnen-fabrikant Krupp geweest, die deze gietkunst door het gieten van stalen kanonnen ten zeerste ontwikkelde. Er worden echter ook andere voorwerpen van staal gegoten, bijv. radiatoren voor centrale verwarming en dergelijke.
Om voor het gieten geschikt te zijn, moeten de metalen natuurlijk in de eerste plaats zo zuiver mogelijk zijn en geen slakken of andere onzuiverheden bevatten. Verder moeten zij aan de volgende voorwaarden voldoen: zij moeten gemakkelijk dun-vloeibaar gemaakt kunnen worden, doch zij mogen geen al te hoog smeltpunt hebben, daar men anders geen smeltkroezen zou kunnen maken, om daarin deze metalen te smelten. Dan moet het metaal bij afkoeling zo weinig mogelijk krimpen.
Grauw gietijzer, zink en mengsels van tin en antimoon zijn het best voor het gieten geschikt.
Voor het gieten kan men verschillende gietvormen gebruiken, dat hangt van het te gieten metaal af. Voor ijzer gebruikt men vormen van zand of leem, voor het gieten van bronzen beelden soms ook gips, vermengd met poeder van dakpannen. Voor het gieten van licht smeltbare metalen gebruikt men gipsen of ook wel houten of geperst papieren vormen.
Men heeft twee soorten van vormen: de blijvende, waarin b.v. letters, geweerkogels e.d. worden gegoten en z.g. verloren vormen, die telkens maar voor één gietstuk kunnen worden gebruikt, b.v. voor het gieten van beelden, klokken, kanonnen enz.
De eenvoudigste vormen, welke gebruikt worden, zijn die, welke met de hand uit leem of een bizonder soort zand gevormd worden.
Wil men nu een lemen vorm maken voor het gieten van een klok, dan metselt men eerst in den grond een stuk leem vast, de z.g. kern. Hierin laat men een cylindervormige ruimte open, waarin een spil met twee houten armen wordt aangebracht. Aan deze armen schroeft men een z.g. mal, n.l. een vorm, die precies overeenkomt met de inwendige ruimte van de klok. Wanneer nu de mal door middel van de houten armen wordt rondgedraaid, wordt het overtollige leem weggenomen en krijgt de kern dus precies den juisten vorm. Nu wordt de kern zorgvuldig gedroogd en opnieuw met een leemlaag bedekt. Men neemt vervolgens een tweeden mal, die aan de binnenzijde denzelfden vorm heeft als de buitenste oppervlakte van de klok krijgen moet. Door het ronddraaien van dezen mal krijgt men een vorm, die precies het model van ‘de klok heeft. Deze laatste leemlaag heet het hemd. Het hemd wordt nu gedroogd en daarop worden aan den buitenkant versiersels en letters aangebracht. Nu voorziet men het hemd van een laagje was en vervolgens gaan er weer nieuwe leemlagen overheen. Deze laatste lagen heten de mantel. Als alles nu goed gedroogd is, kan men den mantel met behulp van een kraan oplichten. Dan slaat men het hemd in stukken van de kern af en plaatst de kern precies op haar plaats in den mantel. Nu begint het gieten. Het gietmetaal vloeit dus tussen mantel en kern in.
Op dezelfde manier ongeveer worden alle gietvormen gemaakt. Alleen is het duidelijk, dat er dikwijls ingewikkelde machines voor vereist worden. Aan iedere gieterij is daarom een modelmakerij verbonden.

< >