(tot zekere hoogte ook wel gastrologie) betekent oorspronkelijk de kunst om het zich goed te laten smaken: de regels der hogere kookkunst. Je begrijpt, dat bij de Grieken en Romeinen, naarmate de gastmalen rijker en weelderiger werden, meer en meer aandacht werd besteed aan het koken en de regels van de fijne keuken tenslotte een soort kunst of wetenschap werden: de gastronomie.
Iemand, die erg op lekker eten en drinken gesteld is, wordt daarom nog altijd een gastronoom genoemd.
Een bekend werk over de gastronomie is het boek „Physiologie du goût” van den Fransman Brillat-Savarin.