Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Fascisme

betekenis & definitie

Tegenwoordig zijn de fasces, het embleem der fascisten, een politieke beweging, die in Italië door Mussolini in het leven is geroepen en die elders veelal op de een of andere wijze is nagevolgd.

Het is heel moeilijk precies te zeggen, wat het fascisme is en wat het wil. Aanvankelijk is het stellig de reactie op een zekere laksheid van de regeringskringen, die vooral in Italië in de jaren van de opkomst van het fascisme (1924) heel groot was. Men keerde zich tegen de liberalen, tegen de radicalen en zelfs in het algemeen tegen de democratie. In Italië is het fascisme, beheerst als het werd door een bekwaam man als Mussolini, uitgegroeid tot de dictatuur van dezen aanvoerder, den Duce, die onder den koning meer dan de koning is. Een der grondstellingen van deze beweging is, dat er moet zijn een corporatieve staat.
Waar deze staat eerst zeer onlangs in Italië is ingericht, is het bij uitstek moeilijk aan te geven, hoe de structuur van dezen staat, gebaseerd op de corporaties, is. In elk geval staat het wel vast, dat de fascistische partij absolute eenhoofdigheid van elk bestuur verlangt en dat dus de absolute beheerser dier partij dictatoriale macht heeft. (Zie: Dictator).
Bij soortgelijke bewegingen buiten Italië ziet men in grote lijnen hetzelfde. Het zijn niet alleen „de groet” en „het hemd”, die analoge betekenis hebben. Wat de geschiedenis van het eigenlijke fascisme in Italië aangaat, was er al in 1911 sprake van een nationalistische partij. In den groten oorlog trad die meer op den voorgrond en dan hoort men voor het eerst den naam van Mussolini, een oud-socialist. Mussolini was redacteur van het Milanese nationalistische blad Popolo d’Italia, dat hij in 1914 gesticht had.
Bij het vredestractaat kreeg Italië niet alle eisen ingewilligd. Daardoor ontstond ontevredenheid, die door de nationalisten, welke versterkt waren door afgedankte soldaten, werd aangewakkerd.
Die nationalistische partij keerde zich tegen de communisten, waaraan zij het te danken had, dat de regering haar bewapening toeliet. Hoe beslist zij optraden, bleek bij den aanval op het gebouw van de socialistische Avanti te Milaan. Zij werden nu voortdurend sterker georganiseerd in afdelingen (fasci). En steeds traden zij, gesteund door vele welgestelden en tegengewerkt door de politici, krachtiger op. Ook in de kamer trad Mussolini beslist op voor gebiedsuitbreiding. Er kwamen nu moeilijkheden: Mussolini neigt met de zijnen tot de socialisten, terwijl anderen, als de dichter d’Annunzio, zich terugtrekken. In 1922 komt er koersverandering. Mussolini wendt zich af van de socialisten en steunt nu op de militaire partij. In Augustus werden de zwarthemden (fascisten) gewapend, om zich te verzetten tegen de socialistische beweging voor algemene staking. In October wordt de Italiaanse kamer volgens den wens der fascisten ontbonden, die op hun congres van 24 October 1922 te Napels besluiten tot den mars naar Rome, om de macht te grijpen. De koning weigert militaire maatregelen tegen de fascisten te nemen en belast Mussolini en zijn fascisten met de regering, welke nu reeds vele jaren voortduurt.