Je kent allemaal wel de uitdrukking: „die zaak of die persoon is failliet gegaan” of „ze hebben zijn faillissement aangevraagd”, maar je weet waarschijnlijk niet precies, wat zo’n faillissement betekent. Wanneer iemand zoveel schulden heeft, dat er geen doorkomen meer aan is, dan kan hij, op zijn eigen aanvraag of op die van een of meer schuldeisers, in staat van faillissement worden verklaard.
Dit geschiedt door de rechtbank en het betekent, dat de rechtbank op zich neemt, zijn geldzaken te laten regelen, zodat ieder schuldeiser zoveel mogelijk het geld krijgt, dat hem toekomt. Daartoe neemt de rechtbank alle goederen van den schuldenaar in beslag; deze worden onder toezicht van een lid van de rechtbank en onder leiding van een of meer door de rechtbank benoemde personen, de z.g. curatoren, beheerd en verkocht en van de opbrengst worden, voor zover dit mogelijk is, de schulden betaald.Gedurende het faillissement heeft de schuldenaar niet meer de vrije beschikking over zijn goederen: hij kan den boedel dus niet onder de hand verkopen en ook niet den enen schuldeiser boven den anderen bevoordelen.
De curator maakt nu zo spoedig mogelijk een inventaris van den boedel op, d.w.z. een grote lijst, waar precies de bezittingen en schulden van den persoon in kwestie op staan beschreven, en roept alle schuldeisers op tot het indienen van hun vorderingen binnen een bepaalden termijn en tot een vergadering, die de verificatievergadering wordt genoemd.
Soms gebeurt het, dat de gefailleerde een z.g. accoord aanbiedt, d.w.z. dat hij zijn schuldeisers voorstelt met een gedeelte van het hun toekomend bedrag genoegen te nemen. Zo’n accoord is aangenomen, als twee derden der schuldeisers, tezamen vertegenwoordigend drie vierden van de schuldvorderingen, zich voor het aanbod verklaren. Het accoord wordt dan door de rechtbank bekrachtigd (gehomologeerd, heet het plechtig) en het faillissement is geëindigd. Komt er geen accoord tot stand, dan wordt de boedel verkocht en de schuldeisers krijgen ieder een deel van wat er is en een gelijk percentage van hun gelijkwaardige vorderingen. Na het faillissement behouden de schuldeisers dan hun rechten op dat gedeelte van hun vordering, dat nog niet betaald is.
