Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Druif

betekenis & definitie

Er is bijna geen vrucht, die zo over de hele wereld verspreid is als de druif en wel hoofdzakelijk, omdat er wijn uit wordt gemaakt. Onder den titel „Wijn” vertellen we later uitvoeriger, hoe dit gebeurt.

Nu het een en ander over de druif als vrucht. In ons land worden veel druiven gekweekt en toch wordt hier geen wijn gemaakt; de druiven worden hier als tafeldruiven gebruikt.

In vroeger eeuwen werden hier maar heel weinig druiven gekweekt, daar ons klimaat er niet geschikt voor geacht werd.

In 1650 werd de druif bij ons ingevoerd door pastoor Verburch te Poeldijk, die proeven nam met het kweken van druiven tegen muren. Later is men begonnen met kassen te bouwen en sindsdien is de druiventeelt geweldig toegenomen. Het echte druivenland is bij ons het Westland, waar in normale tijden ieder jaar ongeveer i millioen K.G. druiven worden uitgevoerd.

De druif heeft een vochtigen, vruchtbaren grond nodig. Men kweekt de jonge planten veelal uit stekken en zet ze eerst in manden, potten of kisten uit, opdat bij het overplanten de wortels niet beschadigd worden. De takken worden in verschillende cultuurvormen gesnoeid: b.v. in het Westlandse snoer, dat zich goed leent voor het bekleden van lage muren en in de enkele of dubbele snoeren, die geschikt zijn voor het bekleden van grote glasvlakten. Zo kan de zon door de ruiten heen alle druiven rijp stoven. In den winter worden de wingerds gesnoeid; in den zomer, als de druifjes nog klein en groen zijn, worden alle trossen „uitgekrent”, d.w.z. met een schaar worden de druifjes, die binnen in den tros groeien, weggeknipt, opdat de andere genoeg ruimte krijgen, om zich te ontwikkelen. Als men dit niet zou doen, dan zouden de trossen veel te vol worden, de druiven zouden barsten en spoedig gaan rotten.

Daar de druif ook in ons land een veel gevraagde vrucht is, doen de kwekers alles, wat ze kunnen, om ze in iederen tijd van het jaar in voorraad te hebben. Door verwarming van de kassen tot een temperatuur van 60—8o° F. brengen de druiven dikwijls al in Mei vruchten voort.

In Augustus-September worden in de onverwarmde kassen de druiven rijp. Men heeft dus al van Mei tot October druiven, maar hiermee is men nog niet tevreden. Ook in den winter wil de kweker verse druiven in voorraad hebben. Om dit te bereiken, past hij het z.g. „verlaten” toe, n.l. door de kas donker te maken en koele lucht er door te voeren. Hierdoor worden de druiven natuurlijk veel later rijp dan anders het geval zou zijn.

Heeft men nu eindelijk de vruchten geplukt, dan kan men ze nog geruimen tijd bewaren, door ze op een droge plaats in een dunne laag op papier uit te spreiden en ze nu en dan na te kijken, of er geen rotte tussen gekomen zijn. Nog een betere methode is het bewaren van de trossen in koelkamers, welke manier veel in het buitenland wordt toegepast. Door al deze kunstgrepen komt het, dat je zowat het hele jaar door druiven kunt kopen.

Behalve dat men in het buitenland uit de druif wijn bereidt, worden er ook druiven gedroogd en als rozijnen aan de markt gebracht. Sommige Griekse soorten druiven met zeer kleine vruchten leveren in gedroogden staat krenten. Het drogen geschiedt in de zon, een enkele maal ook kunstmatig. De beste soorten rozijnen, die bij het dessert gebruikt worden, komen in trossen, in doosjes of zakjes verpakt, in den handel.

Men heeft Smyrnase rozijnen, Sultanarozijnen, die uit Klein-Azië komen, Spaanse rozijnen enz.

Krenten worden zo genoemd naar de stad Korinthe, zij komen echter ook van Zante, Cephalonia en Ithaka (eilanden voor de Westkust van Griekenland).

In sommige streken van Griekenland wordt uit krenten een stroperige, zoete wijn geperst, dien men krentenwijn noemt.