Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Dante

betekenis & definitie

De grootste Italiaanse dichter, die ooit geleefd heeft en tevens een van de allergrootste geesten, die de wereld heeft voortgebracht, was Dante Alighieri (gh uitspreken als de Franse g in grand). Hij leefde van 1265 tot 1321 en ontsproot aan een oud-adellijk geslacht te Florence, dat tot de partij der Welfen behoorde.

In 1274, toen hij dus negen jaar oud was, vatte hij volgens sommige van zijn levensbeschrijvers, een innige liefde op voor het dochtertje van een aanzienlijk burger, de achtjarige Beatrice, die hij op een kinderfeest in Florence ontmoet had en deze mooie kinderlijke liefde zou van groten invloed zijn geweest op de ontwikkeling van zijn dichterlijk talent. Hij trouwde niet met haar, — zij stierf reeds in 1290 — maar zijn leven lang stond zij hem voor ogen als het ideale meisje en hij vereerde haar als een heilige.

Dante beschrijft in zijn meesterwerk de beroemde „Divina Commedia” (de Goddelijke Comedie), hoe zijn geest, door den Romeinsen dichter Virgilius geleid, een tocht maakt door de hel en het vagevuur en vervolgens een reis door de hemelse sferen, waar Beatrice zijn gids is. Vooral „De Hel” van Dante is beroemd geworden om de uitvoerigheid, waarmee hij de gewaarwordingen van de zondige zielen beschrijft. Men zou de Divina Commedia, evenals John Bunyan’s Christenreize, een allegorie kunnen noemen — zie ook: Allegorie.

In 1302 werd Dante wegens zijn politieke overtuiging uit zijn vaderland verbannen. Hij heeft Florence nooit teruggezien.

Zijn verder leven tot 1313 was een lange zwerftocht door Italië en Frankrijk; tevergeefs probeerde hij, om weer toegang tot Florence te krijgen. In 1315 vestigde hij zich eindelijk voorgoed in Ravenna. Hier voleindigde hij de Divina Commedia, die hij reeds op zijn reizen begonnen was.

Toen hij in opdracht van zijn gastheer vorst Guido Novello da Polente voor diplomatieke onderhandelingen in Venetië vertoefde, stierf hij (in 1321).

Hij werd met grote eer begraven in een cel nabij de kerk, die later die van San Francesco genoemd werd en waar zijn stoffelijk overschot nog rust.