betekent letterlijk kamertje of kabinet. Dit woord werd het eerst gebruikt voor het kabinet, waarin de koning van Spanje zijn gunstelingen ontving.
Dikwijls werden in die camarilla dingen besproken, die niet veel goeds beloofden voor de rechten van het volk en daardoor kreeg camarilla langzamerhand in figuurlijken zin de betekenis van: de geheime heerschappij van het Spaanse hof. Nog later noemde men camarilla iedere club van hovelingen of andere onverantwoordelijke personen, die een schadelijken invloed uitoefenden op de regering, doordat zij den vorst naar hun hand trachtten te zetten.Vóór den groten oorlog hoorde men, in Duitsland vooral, heel vaak van diegenen, die het parlementarisme niet bewonderden, maar nog minder de gunstelingenheerschappij, het gezegde: de camera (kamer van volksvertegenwoordigers) is toch altijd nog beter dan de camarilla.