Waarschijnlijk heb je allemaal op een feestje wel eens een buikspreker zien optreden. De grap hiervan was dan, dat de man een pop bij zich had, die zogenaamd kon spreken en dat de buikspreker zelf er met schijnbaar gesloten mond en een strak gezicht bij stond en je je maar niet begrijpen kon, waar die stem toch vandaan kwam.
Men heeft je natuurlijk verteld, dat dit „buikspreken” was, maar toen was je feitelijk nog even ver.Hoe geschiedt nu dat buikspreken? Met den buik van den persoon in kwestie heeft het niets te maken. Bij het zogenaamde buikspreken worden het strottenhoofd en het gehemelte sterk omhoog getrokken, de tong wordt naar achteren gebracht en wisselt voortdurend van vorm. De mond is maar even geopend en nu schijnt de kunst hierin te bestaan, dat de stembanden slechts heel zwakjes worden aangeblazen.
Als je dit weet, verbeeld je dan echter niet, dat je meteen een meester bent in ’t buikspreken! Daar is heel wat oefening voor nodig!
Reeds van de oudste tijden af was het buikspreken bekend, o.a. onder de Chinezen, de Egyptenaren en de Israëlieten en bij de Grieken.
Onder vele natuurvolken als de Eskimo’s en Zoeloe’s vindt men handige buiksprekers; soms schijnen daar de medicijnmannen (een soort „tovenaars”, zoals je weet) het buikspreken toe te passen, als ze de mensen willen wijs maken, dat er een geest aan het woord is.