Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Budgetrecht

betekenis & definitie

is het recht, dat de volksvertegenwoordiging van een land heeft, om de jaarlijkse inkomsten en uitgaven van den staat ten slotte vast te stellen.

Iedere minister maakt voor zijn eigen departement een begroting op.

Zo zal de minister van Waterstaat onder andere op zijn begroting hebben staan de gelden, nodig voor de lonen van het personeel van den Rijkswaterstaat. Dat personeel omvat niet alleen de brugwachters en de ambtenaren van het departement, maar onder anderen ook de ingenieurs, de opzichters en de werklieden. Verder staan op die begroting bijvoorbeeld de gelden, die nodig zijn voor den aanleg van nieuwe kanalen en bruggen en de gelden nodig voor het onderhoud van alle kunstwerken (hieronder verstaan we sluizen, bruggen, dijken, kanalen, wegen enz.). Bij de jaarlijkse begroting komt dan ook een begroting van de inkomsten.

De staatsbegroting bestaat dus in hoofdzaak uit de begrotingen van de verschillende departementen en de begroting van inkomsten.

Voordat de Staatsbegroting in de Kamers wordt gebracht, om daar behandeld en zo mogelijk goedgekeurd te worden, gaan de verschillende ministers al na, of de geschatte inkomsten de geschatte uitgaven zullen dekken en zo dit niet het geval is, op welke wijze men die dekking toch zal bereiken. De Staat kan bijvoorbeeld een lening sluiten, of op een of andere wijze bezuinigen op de uitgaven, of de een of andere belasting verhogen of nieuwe belastingen invoeren, enz.

Heeft de ministerraad de begroting nu eerst op die wijze besproken en behandeld en van inlichtingen voorzien, dan gaat deze o.a. naar de Tweede Kamer, waar ze hoofdstuk voor hoofdstuk besproken en eventueel veranderd wordt. Daarna wordt er over gestemd. Is de begroting goedgekeurd, dan gaat ze naar de Eerste Kamer en is ze ook daar goedgekeurd en door den koning (koningin) getekend, dan staat zij vast.