Natuurlijk weten jullie allemaal nog wél, wat een baker is, al heb je er misschien nooit een gezien. Tegenwoordig worden alle pasgeboren kindertjes door een verpleegster verzorgd, maar vroeger was dit niet het geval.
Toen werden de kinderen „gebakerd” en de vrouw, die zo’n kleine peuter in de eerste levensdagen onder haar hoede nam, heette een baker, ’t Was meestal een oudere vrouw, zelf moeder en dikwijls grootmoeder en dus had ze er door eigen ondervinding veel verstand van gekregen, hoe je die kleintjes behandelen moest. Die behandeling was overigens wel heel, heel anders dan we het nu gewend zijn, vooral ruim 60 jaar geleden.
Men was toen soms erg bang voor kouvatten en daarom mocht het zuigelingetje niet iederen dag in het bad, zoals nu gebeurt. Neen, het kind werd heel lang geleden stijf in doeken gewikkeld en ingespeld en vervolgens in het „pak” gestoken.
Dit was (maar dat is nog weer veel langer geleden) een soort zak met een kussentje eraan vast, waar ’t hoofd van het kindje op rustte. Ze mochten dus niet zo fijn met de beentjes spartelen als onze moderne babies.
De voeding was ook heel anders dan nu en helaas stierven er heel wat jonge kinderen tengevolge van verkeerd voedsel. Gelukkig, dat de voeding van onze babies nu verstandiger is geregeld.De gezellige oude kinderrijmpjes, die ieder kind nog wel kent, al weet niemand, waar ze vandaan komen, worden ook wel bakerrijmpjes genoemd.
Bakerrijmpjes Torentje torentje bussekruit Wat hangt er uit — een gouden fluit, Een gouden fluit met knopen, ’t Torentje is gebroken.
Tiere here let-let-let, Mussen zijn geen vinken. Mientje heeft de kan gebroken. Waar zullen we nu uit drinken?
Slaap, kindje slaap.
Daar buiten loopt een schaap, Een schaap met witte voetjes, Die drinkt de melk zo zoetjes, Slaap, kindje slaap.
Moeder, als je me kousen koopt, Koop me kousen met kuiten. De jongens roepen me spillebeen na.
Zijn dat geen boze guiten?
Alle eendjes zwemmen in het water, Falderalderiere falderalderiere. Alle eendjes zwemmen in het water, Fal-de-ral de-ralderaldalda.
