Gepubliceerd op 12-05-2020

Sporkehout (vuilboom), Rhamnus frangula

betekenis & definitie

Rhamnus: Latijnse vertaling van het Griekse woord rhamnos waarmee enige gedoornde struiken mee worden aangeduid, mogelijk Rhamnus-soorten.
Frangula: dit woord is afgeleid van het Latijnse woord frango dat breken betekent.
Sporkehout: Naast Sporkehout wordt deze kleine boom ook wel Vuilboom genoemd. Deze twee namen lijken geheel verschillend van elkaar maar hebben dezelfde realiteit op het oog. Naar een Vlaamse kruidenkenner en geneesheer werken de schors en bessen sterk laxerend bij inwendig gebruik. Hiermee is de naam Vuilboom te verklaren. De naam Sporkehout betekent precies hetzelfde. Het is van de Romeinen overgenomen die spraken van ‘spurcur’ of ‘vuil’ en in februari werden de ‘spurcalia’ of ‘reinigingsfeesten’ gevierd.
Bijzonderheden:
imkers kennen Sporkehout als een goede drachtplant voor bijen en de lange, dunne, rechte twijgen kunnen goed gebruikt worden als spijlen voor de bijenkorven;
• in de geneeskunde worden uit de schors en uit jonge twijgen stoffen bereid met een laxerende en galafscheidende werking. De bessen worden tijdens het rijpen van rood naar zwart; hoewel ze zoet smaken, werken ze zeer sterk laxerend;
• het hout van deze struik bevat weinig anorganisch materiaal (as) en levert daardoor een goede houtskool, is bruikbaar als tekenkool en –verpulverd- wordt het als bestanddeel van buskruit gebruikt;
• veelvuldig hakken begunstigt Sporkehout (=sprokkelhout) dat uit afgehakte stammen snel en overvloedig uitloopt.