Rhoeas: is afgeleid van het Griekse woord rhyas, wat afvallend betekent, op grond van het spoedig afvallen van de bloemblaadjes, nadat de bloem geplukt is.
Grote klaproos: de naam klaproos heeft zijn oorsprong te danken aan een kinderspelletje: men vouwt een bloemblaadje bolvormig zodat men een klein beursje krijgt. Dit slaat men op voorhoofd of handrug, de samengedrukte lucht doet het kleine zakje met een knal openspringen.
Bijzonderheden:
• opvallend is het voorkomen van wit melksap;
• in de volksgeneeskunde gebruikte men de bloemblaadjes bij keelpijn en hoest;
• de zaden leveren kalmerende en pijnverzachtende stoffen (alkaloïden);
• Ceres, de godin van de landbouw, wordt afgebeeld met een kroon van klaprozen;
• de bloemen bevatten geen nectar, maar leveren wel veel stuifmeel. Na bevruchting groeit de stamper uit tot een doosvrucht, waarin bij rijpheid gaten ontstaan tussen de stempelstralen. Als de wind de stengel heen en weer beweegt, worden de zaden in porties uit het ‘strooivaatje’ geschud.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk