Gepubliceerd op 12-05-2020

Els (witte (grauwe)), Alnus incana

betekenis & definitie

Alnus: Latijnse naam voor de els.
Incana: de plant of de bast van de plant is grijs van kleur.
Witte (grauwe) els: de Nederlandse naam voor Witte els was vroeger Grauwe els. Hij heeft namelijk een grijze bast. Omdat deze naam ook wel voor Zwarte els wordt gebruikt zorgt dit voor verwarring, vandaar dat de naam is veranderd in Witte els. De naam els wordt gekoppeld het Oud-Hoogduits woord 'elo' of 'bruingeel'. Het is dus de kleur van het hout (de kern is van het hout is rossig-geel) die de naam 'els' heeft opgeleverd.
Bijzonderheden:
bij ons vooral als vulhout in bossen;
• bij de Elzen maken de vrouwelijke en de mannelijke katjes deel uit van één samengestelde bloeiwijze aan het eind van de takken;
• alle katjes zijn paarsachtig en overwinteren naakt (zonder schutbladeren);
• Elzen bloeien, op de Hazelaar na, het vroegst van de inheemse houtgewassen, ver voor het uitkomen van de bladeren. De nootjes blijven lang tussen de schubben zitten en vormen het hoofdvoedsel van overwinterende Sijzen;
• nootjes die in het water terechtkomen, blijven dank zij het bezit van luchtholten lang drijven en kunnen zo over grote afstand worden verspreid;
• hij wordt door imkers geteeld als bijenplant vanwege zijn zeer overvloedige stuifmeelproductie;
• ook wordt de boom aangeplant als bodemverbeteraar, omdat hij in staat is met behulp van bacteriën stikstof uit de lucht op te nemen en in wortelknolletjes op te slaan;
• het hout is van geringere kwaliteit dan dat van de Zwarte els.