Eik (zomer), Quercus robur

betekenis & definitie

Robur: de plant straalt kracht uit.
Zomereik: de naam 'eik' is verwant aan het Oudindische 'igja' of 'godsdienstige verering', waarmee is aangegeven dat we met een bijzondere boom te maken hebben met zijn levenskracht van letterlijk eeuwen. Zomer in de Nederlandse vanwege zijn late ontluiken en zijn late bloei.
Bijzonderheden:
• Zomereik is de heilige boom bij uitstek in voor christelijke tijden. De aanleiding hiervoor kan velerlei geweest zijn: de enorme vitaliteit ook onder slechte omstandigheden, het herstelvermogen en de buitengewoon lange levensduur; de grote plaats die hij innam als mastboom (mast is voer voor varkens). Bij de kerstening van Europa werden de heilige Eiken geveld (Bonifatius!) of aan Maria gewijd;
• het hout is altijd zeer in trek geweest als duurzaam timmerhout voor de meubelindustrie, evenals voor het maken van vaten en voor de scheepsbouw;
• jonge staken, verkregen door het uitdunnen van aanplantingen na twintig jaar, dienen om visnetten te markeren;
• de bast, rijk aan tannine, kan gebruikt worden bij het looien van leer;
• om boerderijen op de zand- en lichte kleigronden plantte men vroeger Zomereiken als bliksemafleider (eiken worden het vaakst van alle bomen door de bliksem getroffen);
• eikels vormen een belangrijk voedsel voor wilde zwijnen, eekhoorns, muizen en vogels. Dieren die wintervoorraden aanleggen zoals Vlaamse gaaien en eekhoorns, dragen tot de verspreiding bij. Eikels werden hoog gewaardeerd als varkensvoer (mast);
• de boom bloeit om de twee tot vijf jaar in mei;
• Zomereiken bereiken van alle Europese boomsoorten de hoogste leeftijd: exemplaren van meer dan vijftien eeuwen oud zijn bekend.