Pinus: Latijnse naam voor een den, pijnboom.
Sylvestris: de plant groeit ook in het bos.
Grove den: vroeger werd de den pijnboom genoemd, verwant met het Latijnse pinus.
Bijzonderheden:
• het hout van de grove den heeft een hoge gebruikswaarde, zoals voor stuthout in onze vroegere kolenmijnen, voor harswinning en als hout voor meubilair (grenenhout);
• de hars en de teer werden gebruikt bij het dichten van houten schepen of biervaten;
• uit dennenappels kun je een roodachtige-gele kleurstof extraheren;
• daarnaast wordt uit de hars terpentijnolie gehaald. Vroeger werd de hars gebruikt in middeltjes tegen de hoest, want de teer van de den is ontstekingsremmend;
• na de bestuiving duurt het meer dan een jaar, voordat de bevruchting plaatsvindt. Kegels rijpen in hun tweede jaar van groen tot bruin of roodachtig bruin;
• de zaden met hun grote vleugel vallen bij stil weer volgens een schroefvormige baan; bij harde wind kunnen ze tot twee kilometer afleggen;
• een goede zaadvorming vindt eens in de drie tot vijf jaar plaats;
• kan vijf honderd jaar oud worden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk