[Lat. = gelofte; ook: wat beloofd is; verder. wens, bede, gebed; stem, het uitbrengen van zijn stem, van vovere, votum = gelofte afleggen; ook: wensen]
1 gelofte;
2 uitgesproken wens; pia vota, vrome wensen;
3 uitgebrachte stem; - van vertrouwen resp. v. wantrouwen, stem van stemgerechtigd lid vóór resp. tegen het bestuur, spec. van een volksvertegenwoordiger vóór resp. tegen de regering; vota majora, meerderheid van stemmen;
4 (liturgie) een formule, aan het begin van een godsdienstoefening uitgesproken door de voorganger (predikant of priester).