Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Termijn

betekenis & definitie

[Lat. terminus; zie term]

1 tijdruimte, bep. tijdvak waarin iets moet geschieden of waarna iets ophoudt;

2 deel van een schuld dat vóór of op een bep. dag afgelost moet worden;

3 begrensd gebied dat aan bep. bedelmonniken is toegewezen voor een jaarlijks te houden bedeltocht; die bedeltocht zelf, waarin bij de gelovigen gaven in natura worden ingezameld (‘op termijn gaan’).