Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Term

betekenis & definitie

[Fr. terme, van Lat. terminus = grens, doel; vgl. Gr. termoon = grens]

1 binnen bep. grenzen besloten tijd, tijdperk; (Z.N.) duur van een dienstverband, spec. van militaire dienstplicht;

2 (wisk.) elk der grootheden die opgeteld moeten worden om een som te verkrijgen; bijv.: a + b is een tweeterm (binomium); in het algemeen: elk deel van een wiskundige vorm dat met een ander dergelijk deel verbonden is met een plus- of minteken; elk der grootheden die in een rij of evenredigheid optreden; bijv.: in de evenredigheid a : b = c : d zijn a, b, c en d de termen;

3 (logica) elk der drie stellingen van een syllogisme, z.a.;

4 uitdrukking, bewoording, benaming of vaste aanduiding (‘geijkte term’) die in een gebied van wetenschap, techniek, kunst, sport enz. gebruikelijk is (‘vakterm’).