[Eng.; vgl. Ned. afstropen en Du. [i]streifen]
[/i]1 strook die over een naad gelegd wordt, spec. een smalle reep metaal om twee metalen platen met elkaar te verbinden; bindplaatje; ook: strook materiaal om tocht tegen te gaan of ter versiering;
2 verpakking van tabletten in een strook van kunststof, zó dat telkens één pil eruit gedrukt kan worden;
3 rij van enkele opeenvolgende tekeningen in kranten of weekbladen; beeldverhaal, stripverhaal;
4 filmstrook;
5 (luchtv.) primitieve landingsbaan voor kleine vliegtuigen in een afgelegen gebied (airstrip).