[Eng., van Fr. choc = schok] (med.)
1 ziekelijke toestand, veroorzaakt door veranderde bloedsamenstelling na ernstige verwonding of door verlamming van de bloedvaten na een ernstige zenuwaandoening;
2 kunstmatig veroorzaakte toestand van shock, bijv. d.m.v. elektrische stroom (elektroshock) ter behandeling van sommige geestes- of zenuwziekten,