Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Radicaal

betekenis & definitie

[VLat. radicalis = de wortel betreffend, van Lat. radix, radicis = wortel]

I zn m

1 persoon met radicale (bet. III,3) neigingen, aanhanger van een radicaal (bet.III,3) stelsel of van een radicale politieke partij;

II zn o

1 grond van een aanspraak op een of ander recht;

2 (chem., afk.: R) in de anorganische chemie een atoomgroepering die herhaaldelijk in verschillende verbindingen voorkomt. In de organische chemie komen twee soorten radicalen voor. De eerste soort is molecule van een koolwaterstof waarvan één of meer waterstofatomen zijn afgesplitst. De tweede soort zijn de zogenoemde vrije radicalen, atomen of atoomgroepen met als kenmerk de aanwezigheid van een ongepaard elektron;

III bn

1 ingeworteld, diepliggend;

2 van de wortel af, of tot de wortel gaande, grondig; geheel en al; afdoende;

3 tot het uiterste gaand, geneigd tot diep ingrijpende consequente hervormingen, spec. op sociaal of politiek terrein.