[Gr. = de riekende, van ozein = rieken] modificatie van zuurstof, die in het molecule drie zuurstofatomen bevat (03 ), i.p.v. twee in gewone zuurstof (02 ). Ozon is bij kamertemperatuur een blauw gas met kenmerkende (zgn. 'frisse') geur: in sterk verdunde toestand onschadelijk, maar in grotere concentraties of bij langdurige inademing van kleine hoeveelheden wel degelijk schadelijk voor de gezondheid.
In de atmosfeer komt ozon vooral voor in de ozonosfeer, z.a., maar ook dicht bij het aardoppervlak, ten dele als een produkt van luchtverontreiniging; het is een der foto-oxydanten, z.a. Ozon kan ook bereid worden m.b.v. een ozonisator, z.a. Het vindt toepassing als oxydatiemiddel, spec. voor het bleken van organische stoffen, als desinfectans (zie ozoniseren) en voor luchtverbetering in afgesloten ruimten.
