[zie coca] het voornaamste alkaloïde, z.a., van de coca-planten. In de geneeskunde gebruikt als plaatselijk verdovingsmiddel.
Cocaïne veroorzaakt ook euforie, z.a., een ongevoeligheid voor honger en pijn, en wordt daarom ook als drug gebruikt. Spoedig volgen echter depressieve stemmingen, die tot hernieuwd gebruik aanzetten, zodat er verslaving ontstaat (cocaïnisme).