[Eng.]
1 tijdelijke blindheid of zelfs bewusteloosheid bij piloten van snelle vliegtuigen als zij worden blootgesteld aan abnormaal grote gravitatiekrachten;
2 (ruimtevaart) het tijdelijk uitvallen van radioverkeer met de aarde als het ruimtevaartuig in de dampkring terugkomt (wegens vorming van laag geïoniseerde gassen rondom het ruimtevaartuig);
3 (psych., naar analogie van 1) plotseling tijdelijk verlies van concentratie of bewustzijn van wat men doet.