Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Bis

betekenis & definitie

1 [Lat. = tweemaal, dubbel] nogmaals, nog eens; bij herhaling; tweede maal (bijv. bij nummers en artikels; nummer 2 bis, art. 24 bis); als uitroep: herhalen! (bijv. na zeer geslaagd zangnummer).

2 (muz.) door kruis met halve toontrap verhoogde b(si), b-kruis.