Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Baljuw

betekenis & definitie

[OFr. baillif = wachter, magistraat (vgl. OFr. bailler = in handen geven; baillir = beheren), van VLat. bajulivus, van Lat. bajulare = torsen, bajulus = sjouwer, drager, vandaar kan de betekenisontwikkeling zijn geweest: hij die iets in handen heeft gekregen] (gesch.) ambtenaar in graafschap, regent, rechter, schout, drost.