[Lat. applicatio = het zich aansluiten]
1. aanwending, toepassing; oplegging van uitwendige geneesmiddelen;
2. toeleg, vlijt;
3. oplegwerk ter versiering; het aanleggen van een verband; het opbrengen van een verflaag door verfspuiten;
4. (comp.) toepassingsprogramma; programma dat is geschreven voor een bepaalde welomschreven taak (bijv. een tekstverwerkingsprogramma).