[Gr. antithesis = tegenstelling; antitithenai = zetten tegen, stellen tegen]
1 het tegenover elkaar plaatsen; het tegenover elkaar gesteld zijn, tegenstelling; het tegengestelde, (spec. fil.) het tegengestelde van een these (stelling);
2 (lit.) stijlfiguur waarbij tegenover elkaar staande begrippen, voorstellingen of zinnen ook door hun plaats t.o.v. elkaar logisch tegenover elkaar worden gesteld (bijv.: 'Waar 't nijver bijtje honing puurt, daar zuigt de spin venijn').