Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Gepubliceerd op 11-08-2020

Reciprook

betekenis & definitie

(< Fr. réciproque; < Lat. reciprocus; < reco-proco = voor- en achteruit; < re = terug; pro = voor). Lett.

Op denzelfden weg terugkerend. Math.1) Omgekeerd; b.v. reciproke waarde, reciproke stelling.
2) Poncelet (1788—1867) voerde den term polaires réciproques in voor twee krommen, die in een poolcorrelatie t.o.v. een kegelsnede aan elkaar zijn toegevoegd, om uit te drukken, dat elk van haar omhuld wordt door de poollijnen {polaires) van de punten van de andere. Reciprook heeft hier dus de betekenis van wederzijds. Naar aanleiding van dezen term noemde men later correlatieve figuren alg. reciprook en een correlatie een reciprociteit.
3) Het woord reciproke vergelijking is niet, volgens de lett. bet., zo te verstaan, dat de rij van de absolute waarden der cofactoren in beide richtingen dezelfde is, maar, blijkens de toelichting op de invoering door Euler (1707—1783), zo, dat de verg. niet verandert, als men een nieuwe onbekende y in voert, die de reciproke van de oorspronkelijke onbekende x is. Bij aanvaarding van deze opvatting verdient de vertaling wederkerige vergelijking geen aanbeveling.
4) De determinant, die de coëfficiënten van de elementen van een determinant A tot elementen heeft, heet de reciproke van A, omdat de coëfficiënten van zijn elementen weer met de overeenkomstige elementen van A evenredig zijn.