(< Gr. = rondom; = weg). Omloop; vd. omloopstijd.
Vd. tijd, afstand of waarde-interval, waarna zich iets herhaalt. B.v. de periode van de functie sin v is 2TC. Ook gebruikt voor het aantal cijfers van het repetendum van een repeterende breuk.
Gepubliceerd op 11-08-2020
betekenis & definitie
(< Gr. = rondom; = weg). Omloop; vd. omloopstijd.
Vd. tijd, afstand of waarde-interval, waarna zich iets herhaalt. B.v. de periode van de functie sin v is 2TC. Ook gebruikt voor het aantal cijfers van het repetendum van een repeterende breuk.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: