(< Lat. negativus; < negare = ontkennen). Oorspronkelijk in tegenstelling tot affirmativus = bevestigend (< Lat. affirmare = bevestigen) gebruikt voor termen, die afgetrokken, in tegenstelling tot andere, die opgeteld moeten worden.
Daarnaast stond in gelijke betekenis het begrippenpaar positivus (< Lat. ponere = leggen) en privativus (< Lat. privare = beroven). Door verwarring van de twee paren kwam ten slotte (17e eeuw) de tegenstelling positief-negatief tot stand.