(< Lat. index = aanwijzer). Math.
1) In lett. bet.: ieder teken, dat ter onderscheiding aan een symbool wordt toegevoegd.
2) Kenmerkend getal. Vb. Index van een logarithme; punt-index van een enkelvoudig oneindig stelsel rechten in een plat vlak = aantal rechten van dat stelsel door een gegeven punt.
3) In den zin van exponent (waarmee het taalkundig gelijkwaardig is) in: index van een getal a voor een priemgetal p.