( < Lat. flectere — buigen; nodus — knoop). Lett. buigbuigknooppunt.
Hzd. als biflecnodaalpunt. Dubbelpunt van een vlakke kromme, dat voor beide takken, die er door gaan, buigpunt is.
Gepubliceerd op 11-08-2020
betekenis & definitie
( < Lat. flectere — buigen; nodus — knoop). Lett. buigbuigknooppunt.
Hzd. als biflecnodaalpunt. Dubbelpunt van een vlakke kromme, dat voor beide takken, die er door gaan, buigpunt is.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: