(< Lat. applicatio; < applicare = tegen iets aanleggen of laten aansluiten). Aanpassing.
Gebruikt in de vertaling van de termen (parabolische aanpassing), = (hyperbolische aanpassing) en (eliptische aanpassing) van de Griekse oppervlakterekening.Een vlakke figuur X wordt parabolisch aangepast aan een gegeven lijnstuk p, wanneer men een rechthoek construeert, waarvan de oppervlakte gelijk is aan die van X en die ft tot zijde heeft. X is nn a.h.w. aan ft aangelegd; vd. de naam uapaßoXy) < rcapaßaXX£!.v = naast iets leggen.
Een vlakke figuur X wordt hyperbolisch aangepast aan een gegeven lijnstuk ft met een exces van voorgeschreven vorm, wanneer men een rechthoek construeert, waarvan de oppervlakte gelijk is aan die van Ä", met zijden q (> ft) en r, zodat ft een echt deel van q is, terwijl de rechthoek met zijden (iq — ft) en r gelijkvormig is met een gegeven rechthoek. De verkregen figuur steekt nu buiten ft uit; vd. de naam er buiten uitgaan.
Een vlakke figuur X wordt elliptisch aangepast aan een gegeven lijnstuk met een defect van voorgeschreven vorm, wanneer men een rechthoek construeert, waarvan de oppervlakte gelijk is aan die van X, met zijden q (< ft) en r, zodat q een echt deel van ft is, terwijl de rechthoek met zijden (ft — q) en r gelijkvormig is met een gegeven rechthoek. De verkregen figuuur reikt nu niet zo ver als ft; vd. de naam SXXEI^U; < sXX£!,TC£!.v = te kort schieten.
Het begrip aanpassing wordt reeds bij Euclides gegeneraliseerd door in de bovenstaande formuleringen „rechthoek” te vervangen door „parallelogram met voorgeschreven hoeken”. 2) In de differentiaal-meetkunde: isometrische afbeelding van een oppervlak op een ander.