Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Willibrord

betekenis & definitie

m

Tweestammige Germ. naam, uit Wil- 'wil' (zie wil-) en Angelsaksisch brord 'punt, speerpunt’. Heiligennaam: Willibrord, apostel der Friezen, beschouwd als eerste bisschop van Utrecht. Geb. uit een Angelsaksisch geslacht in 658. In 698 stichtte hij het later zo belangrijke klooster Echternach; hier gest. 739; kerk. feestdag: 7 nov. Willibrord is patroon van de kerkprovincie Utrecht. Ook van Wulpen (Zuid-Ndl.) waar een St.-Willibrordsput is.

De kerken van Heilo, Oegstgeest en Vlaardingen, die hun stichting aan St.-Willibrord te danken hebben, kregen in latere tijd deze heilige als patroon. Oudste voorb. van het gebruik van de naam: 1275; in de 16e eeuw vooral

Zuid-Ndl.: Willeboort.