Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Thomas

betekenis & definitie

m

Aram. 'tweeling', vgl. Gri. Didymus. Volgens Eusebius was de naam van de discipel eigenlijk Juda(s). Dit was een bijnaam om hem te onderscheiden van de andere met dezelfde naam. Hij was de latere apostel en werd de 'ongelovige Thomas’ genoemd omdat hij aanvankelijk niet wilde geloven in de opstanding van Christus (Joh. 20,24-29).

Volgens de overlevering zou hij martelaar in Indië geworden zijn. Kerk. feestdag: 21 dec. Voorts als heiligen: 1) Thomas van Aquino geb. 1226 bij Monte Cassino, een van de grootste theologen uit de middeleeuwen; gest. 1274; kerk. feestdag: 7 maart. 2) Thomas Becket, geb. in Londen ca. 1118. In 1162 werd hij aartsbisschop van Canterbury; vermoord in 1170. Kerk. feestdag: 29 dec. Zijn verering verbreidde zich spoedig over Europa. 3) Thomas Moois (More), schrijver van het bekende ‘Utopia'.

Wegens zijn weigering om afstand te doen van het r.k. geloof werd hij in de Tower onthoofd. In 1935 werd hij gecanoniseerd; kerk. feestdag: 6 juli. De naam was al in de tijd van de Merovingen in gebruik. In Ndl. sinds de 12e eeuw. Via de verkorting Maes werd de naam soms verward met Dammaes (zie Damasus), bijv. Dammas = Thomas = Thaem van Hogendorp, heer van Spaernewoude, ca.1442 (Ned.

L. 1959, 165). De populariteit ging niet alleen uit van de verering van de apostel, maar ook van die der genoemde heiligen, vooral Thomas van Aquino. Ook in Eng. was hij al vroeg zeer frequent.

< >