Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Engel

betekenis & definitie

m

De naam komt voor op alle Ze. eilanden, behalve Tholen en St.-Philipsland (Meertens, Ze. fn. 26). Het kan oorspr. een verkorting en vleivorm zijn van eng-namen (zie Engbert). Verder kan hij in verband staan met de volksnaam der Angelen, zoals meer Germ. namen afgeleid waren van volksnamen (vgl. Fries en Sas). Ongetwijfeld is reeds vroeg verband gelegd met het chr. leenwoord engel uit Gri. angelos 'afgezant, bode, engel’. Voor namen met het element engel- kan in o.

Ndl. een andere oorsprong bestaan dan de vermelde, nl. agil- of agin-. Zo heet het erve Engelberink bij Hengelo in 1475 Egelberting; de verschillende erven Ensink in 1475 alle Egensing, het erve ter Denge bij Losser Ter Degen en zo gaat de pin. Hengelo op een oud Hegenlo terug. Dit berust op de Twentse uitspraak van -eggen als -èng, bijv. zeggen, zègn, zèng (mededeling van de heer B. J. Hekket).