Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Eduard

betekenis & definitie

m

Ook Edward. Uit Oudengels Eadweard ‘beschermer van het erfgoed'. Het eerste lid is ead, Oudhoogduits ôt ‘erfgoed, bezit’ (zie od- en vgl. namen met od-); het tweede lid is -ward 'beschermen, bewaken’ (zie -ward-). Naam van verschillende Eng. koningen uit oude tijd, o.m.: Edward the Elder, Westsaksische koning van Eng., zoon van Alfred de Grote, begin 10e eeuw. Heiligen: 1) Edward II, the Martyr (926-978); kerk. feestdag: 18 maart. 2) Edward the Confessor (ca. 1010-1066), zoon van Ethelred II. In 1161 werd hij heilig verklaard: kerk. feestdag: 5 jan.

Later de naam van verscheidene koningen van Eng. Door Angelsaksische predikers kwam Eduard al vroeg naar het continent. Later vooral via vorstenhuizen. Oudste voorbeeld in Holl. dateert van 1393 (Van der Schaar). De populariteit op het vasteland werd versterkt door Rousseau’s 'Nouvelle Héloise’.