m
Dit kan oorspr. het verwantschapswoord zijn óf een afleiding, zijn van de Germ. naam Brothar. Deze *=iaam bestaat uit twee delen, het eerste is ontstaan uit een Germ. woord *brusdas (met de betekenis ‘punt van een spies, spies'), het tweede element is -her 'heer' (zie -her). In het Fri. is de naam nog wel in gebruik. In het w. van Noord-Brab., en ook elders wel, wordt de jongste zoon vaak aangesproken met 'Broer' (vgl. Suster). Vgl.
Mansion 40: Brodherin, in een bron tussen de 7e en 10e eeuw. In Noord-Holl. in de middeleeuwen: Broeder.