Gepubliceerd op 16-11-2020

Zaadgans

betekenis & definitie

Oude N naam voor de Rietgans ←, in Schlegel 1852. Rietganzen stropen vaker dan andere Ganzensoorten braakliggende akkers af op zoek naar voor hen verteerbare restanten van het gewas.

De officiële D naam voor de soort luidt Saatgans. N zaad heeft een andere betekenis dan D Saat: 'de uit het zaad gegroeide jonge planten op de akker'. In het late voorjaar deden zich daaraan misschien Ganzen tegoed, maar dat kunnen nauwelijks Rietganzen geweest zijn, aangezien deze in maart al weer naar hun noordelijke broedgebieden terugvliegen.ETYMOLOGIE N zaad <mnl saet; fries sie, sied <oudfries sëd; D Saat <mhd/ohd sät. Klankwet nr.23.

Het woord is (met een ti-suffix in het idg) afgeleid van het ww. zaaien, net zo als daad van doen, draad van draaien, naad van naaien etc.