Gepubliceerd op 16-11-2020

Ransuil

betekenis & definitie

Asio otus (Linnaeus: Strix) 1758. In de Lage Landen inheemse middelgrote Uil, genoemd naar mnl ran(t)se 'muts met in plooien afhangende kap', doelend op de ‘sluier' rond het gezicht die karakteristiek is voor Uilen (niet alleen voor de Ransuil) [MH 1932].

Vgl. Koetsch.ETYMOLOGIE N Ransuil <Ransvvle (Junius 1581) <mnl ransule (1488) [VT], >oud-nieuwhoogduits Ranseul (Turner 1544) >Rantz Eule (Schwenckfeld 1603 p.309, op p.368 de drukfout Rautz Eule) [Suolahti p.326], VK (p.418): "SLUYER-VVL, RANDS-VVL ... faciem referens. ger. schleyereule." Uit de synoniemstelling zou men kunnen opmaken dat er sprake is van één en dezelfde soort! De vraag rijst nu natuurlijk, of dit dan de Ransuil dan wel de Kerkuil was! Elders noemt de VK nóg een synoniem, namelijk OOR-VVL (p.346), dus dan lijkt de Ransuil te zijn bedoeld (een Kerkuil heeft namelijk geen zgn. 'oren').

Het aspect van de gezichtssluier is nog te vinden in D Schleiereule (=Kerkuil) en in de N volksnaam Kransuil (=Kerkuil in Noord-Brabant en in hetWaasland (OVl)).

Van Heenvliet (c.1636) begreep mogelijk de betekenis van ran(d)sal niet meer: hij spelde consequent Rant-uijl [Van Berkel in OTT 23/9/2000].

"[Uilen] ... Zijn veelderleij als Rant-uijlen, Kerck-uijlen, Velt-uijlen [enz.] ... Dese alle voeden ende broeden ... hier te landen" (Van Heenvlietc.1636, WNT; [Wilms 000416,3]).